Search in Huibslog
About myself

HUIB
Riethof, Brussels

Huib.jpg...more
...meer
...en savoir plus
...mehr

View Huib Riethof's profile on LinkedIn
PUB
This area does not yet contain any content.
Latest Comments
My Social Pages

Journal RSS Menu

 
Email Subscription (free)
Enter your email address:

Delivered by FeedBurner

Powered by Squarespace
Brussels City in Danger

HOT Theme: BruXsel

Orpheline / Weeskind / Orphan...

Belgium is falling apart: How Brussels' citizens defend their multicultural community...

Home - Accueil - Startseite - Startpagina

Thursday
Apr192007

e-urban: Waarom doe ik 't? (1) 19.4.07 [NL]

Ik was er eigenlijk helemaal niet voor bestemd.

Presser1965.jpgNa het lyceum studeerde ik geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ik bewonderde Presser, de super-leraar die dinsdagsmiddags volle zalen trok met onovertroffen nostalgische colleges over Duitse, Franse cultuur. Hij zegde "Goethe" met de lippen getuit. Ik zal het nooit vergeten. (Foto: Jacques Presser, 1965, het jaar van de publicatie van 'Ondergang' - de eerste ware geschiedenis van de Joodse Shoah in Nederland)

Sociaal-economische geschiedenis kregen we van Jansma. Presser's tegenvoeter in stijl. Droger kun je het niet krijgen. "L'Agriculture et le Commerce sont les deux mamelles de la France," riep Jansma herhaaldelijk uit, de colbertisten citerend. Typerend voor de preutsheid van die tijd (1960), voor de persoon en voor het toen al dalende peil van de kennis van het Frans onder Nederlandse lyceïsten, was, dat de man, monkelend en blozend, weigerde om in het openbaar uit te leggen, wat "mamelles" waren. Dat moest je thuis maar in het woordenboek opzoeken.

Verder herinner ik me er niet veel van. Toch was Jansma's vak datgene wat ik wilde. Leren uit de geschiedenis van sociale emancipatie, om in het heden des te beter te begrijpen en de gehoorzame maatschappij van de vijftiger- en de zestiger jaren te revolutionneren.

Activisme 

Ik kon niet wachten, tot de mamelles van Jansma ten gronde waren beschreven. Veel, te veel, van mijn tijd besteedde ik aan het veroveren van een plek in de contemporaine geschiedenis van de emancipatie, van jongeren, van studenten, van vrouwen, van de Derde Wereld en van vergeten marxistische varianten.

Elders* beschreef en beschrijf ik, wat er toen gebeurde

  • met de SOK (Socialistische Ontmoetings Kernen in het Jeugd- en Jongeren Centrum 'Ruimte'),
  • met de Democratich-Socialistische Studenten Vereniging Politeia en
  • de oprichting, met Ton Regtien, van de Studentenvakbeweging in 1963,
  • de solidariteit met de 3e wereld (Zuid-Afrika, Algerije, Vietnam),
  • en de entristische** variant van de trotskistische 4e Internationale (Michel Pablo [Raptis]), waarin ik in 1960 was terechtgekomen.

Kortom, etwas sadder and wiser, liet ik de zestiger jaren achter me als archief***- en ervarings-deskundige op het gebied van arbeidersemancipatie, van de emancipatie van jongeren, van studenten en van de 3e Wereld en als een min of meer bekend (in Nederland althans) politiek dier. Het entrisme had ik afgezworen, na in 1965 in Cuba te zijn geweest en te hebben gezien, dat er niets gaat boven recht-door-zee en Che-Guevaristisch zeggen-wat je-denkt. De Studentenvak-beweging had me daarop voorbereid. Deelname aan mei-1968 in Parijs en aan de universiteitsbezettingen in Nederland (1969, Maagdenhuis) bevestigde een en ander****.

Amsterdamse gemeenteraad 

Zo kwam het, dat begin-1970 de ex-communistische (SWP-) vleugel van de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP) me vroeg, om mei-1970 de lijst te trekken voor de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Ik dacht, dat gemeenteraadslid een politieke functie was. Ik bereidde me voor op wereldschokkende beginseldebatten. Maar een Nederlandse gemeenteraad, zelfs, of juist die van een grote stad als Amsterdam, is vooral een college van bestuur, van beheer, van zelf-beheer. Ideologische verschillen vallen gemakkelijk weg tegenover kwaliteiten als eerlijkheid, betrokkenheid en solidariteit. Met antirevolutionaire- (de AR bestond nog in 1970) en echt-liberale collega-raadsleden voelde ik me vaak beter thuis dan met PvdAers of Kabouters (Roel van Duyn) bij wie het carrièremakersgehalte en het hadjememaar-gehalte vaak heel hoog lag.

In Nederland was, zeker toen nog, de potentiële rol van de gekozen gemeenteraad en de uit zijn midden afgevaardigde wethouders een heel grote. Ik zeg "potentieel", want heel veel van de raadsleden buitten dat niet uit. Ik, in m'n éénmansfractie voor de PSP, deed dat wel. Je had ècht direkte invloed op wat er in de stad gebeurde, hoe de ambtenaren werkten. Voortdurend werd je op je verantwoordelijkheid aangesproken. Het was mogelijk om nieuwe- en creatieve verbanden te leggen tussen politieke doelstellingen en idealen en heel concrete zaken als de toedeling van uitkeringen van de Algemene Bijstands Wet, de arbeidsomstandigheden van brandweerlieden en van taxichauffeurs, wat er in theaters en concertzalen werd geprogrammeerd en - heel belangrijk: hoe de sociale- en economische belangen van bewoners van stadsvernieuwingswijken konden worden gewaarborgd.

Sociale Stadsvernieuwing: Weesperzijdestrook 

Ik beschouw als het hoogtepunt in mijn gemeenteraadscarrière de motie van 16 februari 1972, waarin achterbakse urbanistische beslissingen in de Weesperzijdestrook aan de kaak werden gesteld, regels werden gesteld aan de woningverbetering daar en hoofdlijnen aangegeven voor de ontwikkeling van die wijk door middel van aansluiting op de metro-lijn in-uitvoering, het waterfront aan de Amstel en de vernieuwing van het industriegebiedje ten Zuiden daarvan, de Omval. 

weesperzijde.jpg

(Weesperzijde, hoek Ruijschstraat in Amsterdam, gezien vanaf de brug over de Amstel, 1972) 

De motie was opgesteld samen met de toenmalige "aktiegroep" Weesperzijdestrook, waarvan de kern werd gevormd door een enkele jaren daarvoor in de wijk terechtgekomen, uitgespeelde, toneelgroep. (Toneelmensen zijn volgens mij de beste "opbouwwerkers": ze geven zich helemaal, zonder achtergedachten, aan emancipatoire uitdrukkingsvormen, professioneel begeleide creativiteit, van mensen in achterstandssituaties.) Maar... de aktiegroep was niet tevreden: de speculaties van Philips-Pensioenfonds en de lokate onroerd-goed-tycoons Caransa en Van der Meyden (Ajax) waren onvoldoende aan de kaak gesteld. Vanuit hun gezichtspunt hadden ze gelijk.  Maar politiek was het onmogelijk, om iets anders te doen dan wat ik heb gedaan: een (grote) raadsmeerderheid verenigen achter een beslissing, die verdere speculaties onmogelijk maakte en een perspectief bood aan de ontwikkeling van het stadsdeel. Het was een beslissende mijlpaal op de weg naar sociale stadsvernieuwing en de verwerping van steriele urbanistische concepten, zoals die op dat moment nog in de Bijlmermeer gestalte kregen.

Wie nu door de buurt loopt, ziet dat mijn interventie succes heeft gehad: woongebouwen zijn opgeknapt binnen het stratenpatroon, lelijke kantoorgebouwen zijn of worden ofwel afgebroken, ofwel omgezet in kleinschaliger voorzieningen voor startende bedrijven en de Omval kent een bouwwoede die duizenden arbeidsplaatsen genereert bij Philips (hoofdkantoor) en diverse andere instituten (Hogeschool Amsterdam, enz.).

Weesperzijde-Omval2005.jpg 
Weesperzijde met Omval in plm. 2005. Links woningwetbouw uit de vijftiger jaren, eerder bestemd om te verdwijnen en te worden vervangen door kantoren. Nu is het zichtbare woongebouw direct aan de Amstel gerenoveerd en de woonkwaliteit is in overeenstemming gebracht met de prachtige locatie. De drie woongebouwen erachter zijn ook gerenoveerd en hebben hun functie als betaalbare huurappartementen behouden. Op de Omval, rechts op de foto, is al in de zeventiger jaren hoogbouw gerealiseerd voor de Postbank. Die werd later overgenomen door de Hogeschool Amsterdam, een combinatie van hogere beroepsopleidingen. In de negentiger jaren zijn de beide "wolkenkrabbers" van Philips (nieuw hoofdkantoor) en de andere toren gebouwd, samen met een serie "stadsvillas": dure particuliere bouw, maar toch een nuttige woonfunctie binnen de stad, waar ook behoefte aan is.  De woon- en (goedkope-) bedrijven- en atelier-functies in de strook langs de Amstel ten Noorden hiervan (naar links op de foto), zijn door het raadsbesluit van 1972, en de daarop gevolgde decentrale stadsvernieuwingsactie, behouden en versterkt. (Ga naar 'Flickr' voor een panoramisch beeld vanaf de Berlagebrug over de Amstel).

Sociale Stadsvernieuwing: Buurtaanpak 

Op het door mij geïntroduceerde Weesperzijde-strook-besluit volgden dergelijke besluiten over de Jordaan en over de Dapperbuurt. De eerste was voor sloop/nieuwbouw bestemd en het fijnmazige zeventiende-eeuwse woon- en atelier-weefsel leek ten dode gedoemd. De tweede was bestemd (zonder desbetreffend besluit van de gemeenteraad) voor delocatie van de universiteit. In beide gevallen nam ik deel aan, of het initiatief tot- moties van de gemeenteraad die dergelijke ontwikkelingen stopten en de weg openden naar een socialere vorm van stadsvernieuwing. In beide gevallen ook, waren de lokale aktievoerders ontevreden, en eisten meer. Wat niet wegneemt, dat in alledrie de buurten, toen de besluiten eenmaal genomen waren, lokale aktievoerders aktief hebben meegewerkt aan de fasen die daarop volgden: woningvernieuwingsplannen, verkeerscirculatieplannen, plannen to behoud en versterking van de economische bedrijvigheid.


(Amsterdam, September 1975: Pas verlozen wethouder van Verkeer, openbaar vervoer, personeel en kunst). 

Sociale Stadsvernieuwing past binnen een democratisch bestel 

Wie er ook niets van moesten hebben, waren mijn oude vrienden uit de revolutionnaire bewegingen. Een onbewuste keuze voor wat de Duitsers noemen 'Verelendungspolitik' lag daar, naar mijn mening, aan ten grondslag. Immers, waar zelfbeherende perspectieven werden geboden aan de gemarginaliseerde en wanhopige groepen, leek de revolutie terug te wijken. "Reformisme", ongeveer het ergste wat je doen kon, werd me verweten.

Ik geloofde (en geloof) daar nog steeds absoluut niets van: Mensen die de middelen krijgen om (meer) hun eigen lot in handen te nemen, die verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de emancipatie van hun buren en verwanten door middel van scholing, nieuwe bedrijvigheid, behoud van bestaande bedrijvigheid, fusie van kennis en kunde, zijn per definitie revolutionnairder dan gemarginaliseerde- en op zichzelf teruggeworpen bevolkingen.

Een krampachtig instandgehouden etnische scheiding (wantrouwen), sexuele scheiding (vrouwen in traditionele rollen) en leeftijdsscheiding (jongeren van werk weerhouden, ouderen niet meer serieus genomen), bevordert juist populistische perversies van de wil tot verzet en afwijzing van bestaande machtsstructuren. Wie nieuwe macht creëert, zal die ook gebruiken ten eigen voordeel. En dat is, in het geval van mensen die ontmacht zijn, een goede en essentiële zaak. Het kan me niet schelen, dat zo een wijze van machtsherverdeling kan plaatsvinden binnen de bestaande democratische structuren. Zolang dat nog kan, zijn de voordelen van de bestaande politieke democratie te verkiezen boven autoritaire avonturen.

Noten: 

*) "Elders": Een voorlopige versie van m'n politieke Werdegang eind-vijftiger-, begin-zestiger jaren is te vinden bij Geert Mak (Europa), bij wie ik als "getuige" optreed van die epoche. Mijn oorspronkelijke tekst uit 2002, waarvan grote delen door Mak letterlijk worden geciteerd, wordt binnenkort hier gepubliceerd (huibs.net).

**) Entrisme: Een meerderheids- later een minderheids-, tendens van de 4e Internationale (de Trotskistische variant van de Komintern, opgericht in 1938 door Leon Trotsky zelf), verkoos "onder te duiken" in de massabeweging, waarvan de ideologische inhoud sterk kon variëren al naargelang het betrokken land. In Frankrijk was dat lange tijd de PCF, in Engeland Labour, in Nederland PvdA en NVV, maar in Argentinië kon dat bij voorbeeld de Peronistische massabeweging zijn en in Afrika diverse guerrilla-bewegingen. Het entrisme is verklaarbaar uit de repressie (tot en met gerichte moorden) die in het laatste deel van het Stalin-tijdperk werd uitgeoefend tegen opposanten als de trotskisten. Met de komst van de "dooi" onder Chroesjtsjev begon deze praktijk al minder relevant te worden. Ze is echter nog lang doorgegaan en heeft geen goed gedaan aan de waarden die door de volgelingen van Trotsky werden uitgedragen, noch aan de moraal van de betrokkenen. Deze laatsten muteerden óf tot bureaucraten van de massabewegingen die zij infiltreerden, óf "schoten door" naar conservatieve opvattingen (de Amerikaanse "neocons" hebben ook trotskistische wortels), óf, zoals in het geval van de Nederlandse Trotskisten, trokken zich terug op een sectarisch eilandje, dat in de zeventiger jaren langzaam maar zeker wegzonk.

***) Archief: Van 1961 to 1971 werkte ik aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam als wetenschappelijk ambtenaar. Ik hielp met de verwerving van archieven, maakte ze toegankelijk voor onderzoek, ordende brochure-collecties en publiceerde enkele wetenschappelijke artikelen gebaseerd op archief-onderzoek.  "Moderne" archieven (vanaf eind-negentiende eeuw) vereisen een andere aanpak dan die uit vroegere tijden. Enerzijds is de papieren nalatenschap veel te groot om traditioneel te worden geordend, anderzijds ontbreekt essentiëel materiaal, waar de telefoon haar intrede heeft gedaan: meer en meer werden belangrijke zaken telefonisch afgedaan, waardoor de papieren nalatenschap devalueert. Mijn remedie bestond uit registratie van interviews met overlevende acteurs en uit reconstructie van de archiefstructuur van de betrokken organisaties en personen, waardoor veel arbeidstijd bespaard kan worden en de toegankelijkheid minstens zo goed behouden blijft.

****)  Mei-'68, Maagdenhuis-'69: Nog uit te werken in een volgend deel van mijn herinneringen, hier te publiceren.

Sunday
Apr152007

Leon, Donna- Sin Brunetti/ Without Brunetti

  • Sin Brunetti/ Without Brunetti (Biblioteca Formentor)

  • April 2007. I am into unconventional crime authors.

    Donna Leon, living and writing since 25 years in Venice, Italy, is one of them. Her Venice crime series is famous. You not only feel soon at home with the Brunetti family, but you'll miss them every time you finish another Donna Leon.

    There is one condition for your pleasure and satisfaction: You'll have to agree with (or be sympathetic to) Leon's comments on Italian and European mores, that are often sharp and liberal-leaning.

    I read her autobiographical essays called "Sans Brunetti" in French.  A first edition in Italian is being offered on Amazon.com. An edition of the English (American) written original text at Amazon.com has been added in spring 2008. 

    Amazonuk%20Leon%20Brunetti.jpg 

Saturday
Apr142007

The dividing anti-missile shield in Europe - Unity only comes from within! 13.4.07

Herr Helmut Schmidt is about the last person, I imagined, to become my ally in a strategic issue. But he is. Welcome to the Club, old (89) comrade, eternally capped like a sailor!

Philip Stephens, one of my favoured commenters in my favoured European paper, the Financial Times (it has definitively overtaken Le Monde), does not agree with Helmut and me. He considers the stationing of a small number of inoffensive missiles in Poland as something that does not endanger the balance of power in Europe, nor the 1988 treaty that banned short- and middle-range missiles from European soil.

I disagree, but that is not the issue of his interesting comment. Citing Schmidt, he says:

His ire was directed at Washington’s plans to deploy its missile defence system in Europe. The plan to site interceptors and radar in Poland and the Czech Republic, he said, was irresponsible and destabilising. It would divide Europe – a strategy, he added, that George W. Bush had pursued since his reckless (in Mr Schmidt’s
judgment) decision to invade Iraq. Nato had been the place for collective discussion and judgment on strategic security. Now it was reduced to a tool of the Americans.

Strong stuff, particularly if one recalls Mr Schmidt’s staunch advocacy of Nato’s deployment of short- and medium-range missiles in Europe in the early 1980s. That
stance, defying the mood of his own Social Democrats, contributed to the then chancellor’s political demise.

The key to an eventual solution of this new US bilateral go-it-alone initiative, is, everybody agrees on that, Germany. Stephens:

German public opinion, which turned decisively against the US over the Iraq war, is overwhelmingly hostile. [...]

Ms Merkel wants to defuse the issue by passing it to Nato. [...]

Ms Merkel has invested much in rebuilding relations with Washington. She has eschewed the subservience to Moscow often shown by her SPD predecessor, Gerhard Schröder. But she will find it hard to ignore domestic opinion ahead of big regional elections in 2008.

1191208-771486-thumbnail.jpg
"Bush Strongman", source: The Weekly Standard (Washington DC)
So, no move to be expected from Germany. A situation that is exploited by Russia:

Moscow’s strategy – long evident in negotiations with European governments about the supply of Russian gas – is to divide and rule. Mr Putin sees in Russia’s energy reserves an opportunity to recover influence over his country’s near-abroad and intimidate the former communist states of eastern and central Europe. [..]

Curiously, the commenter leaves out the UK's responsability for dividing, and thus weakening, Europe on this issue. The UK sovereignly accepted a long time ago already to participate in the missile shield, stationing elements of it on its islands. If he considers in the next passage Bush and Rumsfeld 'stupid', and rightly so, when they created a "new" Europe as opposite to the "old" one, in order to win over "willing" partners in their Iraq war, what about Tony Blair then?

So what should the rest of us make of Russia’s warnings and Germany’s wobble? Well, the first thing to be said is that Washington must accept a share of the blame. If Moscow’s purpose is to drive a wedge between the former Warsaw pact states and the “Old Europe” of Germany and France, it is worth asking where the idea first came from.

Step forward Donald Rumsfeld, the former US defence secretary, who thought it a clever wheeze to depict a continent split between Old and New when Washington was assembling its coalition for Iraq. Dividing Europe may have seemed a smart tactic then. It looks a pretty stupid strategy now.

And I cannot see, why Angela Merkel's proposal to reconsider the anti-missile issue within the NATO-framework, should not be taken seriously. What the US, the UK, Poland and Chechia did wrong, was that they left out multilateral consultation. NATO could be a forum for that. Moreover: It should be. If the North Atlantic Treaty still means something.

If there really is a danger of an Iranian nuclear attack, European multilateral consultations, plus consultations with the US and Russia, should cover a whole range of possible defensive measures, while unilateral decisions by individual countries could be judged by their possible effects on the security of others. And do not forget NATO-members like Turkey, one of the countries which would run more risks of being attacked, if that 'shield' would be located in central Europe.

Considering all that, Merkel's proposal is the right one, the one that should have been imposed on the Americans during the Iraq debates in 2002 and 2003. It cannot be dismissed as simply a move to avoid serious discussion in Germany in relation to regional elections coming up there.

I would say, Mr. Stephens, start at home. Change the "S" in "US" in the next passage into a "K", and you get the right text:

Nor has the US administration quite grasped just how powerful a pull anti-Americanism now exerts – not just in Germany but across Europe. The uncomfortable fact is that when it comes to matters of security, public opinion is disposed to believe the worst of any new US initiative.

When US officials talk about bilateral negotiations with individual governments about issues that do affect Europe’s collective security – as they have done about missile defence – they feed all these neuroses. That does not mean Mr Schmidt is right, any more than it means that Mr Putin has Europe’s best interests at heart.

It does mean that the US has a lot of bridges to rebuild.

Europe's unity on security matters can only come from Europe itself.

Complaining about other imperia, or would-be imperia, who use quite naturally, as always in history, "divide et impera" as their policy, is somewhat hypocrite. Although it is good that it is being said.

Putin learnt from Bush. May Europe learn from Putin.

Powered by ScribeFire.
 
(This article was first published in At Home in Europe, April 13, 2007. It is republished here, in order to show, that even intelligent and sympathetic comments on international affairs, should not be taken in at face value.) 
Saturday
Apr142007

Attaques d’Alger: Solidarité transméditerranéenne demandée.

Alger a vécu son 11/4, ce jour.  

La tour gouvernementale à Alger, 11/4/07.En juin 1963, j’ai monté en ascenseur jusqu’au sommet du bâtiment gouvernemental, jusqu’aux bureaux présidentiels d’Ahmed Ben Bella. C’était le printemps de l’Algérie libre. La gestion des biens vacants (les propriétés des émigrés, principalement vers la France) y résidait. Mohammed Harbi (actuellement lui-même émigré depuis longtemps au monde académique parisien) m’a fait assister à une réunion du Comité d’(auto-)gestion d’un ensemble algérois de barres d’appartements, abandonnées par leurs propriétaires et pas encore récupérées par l’État-Boumediene qui devait arriver deux ans après.

(Source:)
Al Qaida aurait réussi à fédérer l’islamisme radical au Maghreb
LEMONDE.FR | 13.03.07

© Le Monde.fr

Dans une pièce caverneuse, deux ou trois femmes avec la petite voile triangulaire blanche drapée sur le nez aquilin, parlaient, en faisant bouger la pointe inférieure de celle-là. Trois ou quatre hommes parlaient moins, il me semblait. L’atmosphère était orgueilleux, confident. On avait pris les choses en propres mains.

Un jour plus tard: Excursion vers la ferme de torture, un peu à l’est d’Alger. Le jeune homme qui nous y accompagnait, y avait été incarcéré lui-même. Habillé d’une façon que les Américains auraient jugée “crisp”, il était plein d’assurance, plein d’espoir, tourné vers le futur de son pays. Il avait mon âge, 22. Mais comment n’avais-je pas su prévoir que, étant arrivés devant l’édifice basse blanche du centre de détention du service de renseignement français et en ouvrant les petites portes dans son mur qui avaient été destinées auparavant d’abord aux cochons de la ferme, puis utilisées comme cellules déshumanisées des prisonniers algériens, comment est-il que je tremble encore maintenant d’indignation, en me souvenant que ce jeune homme, si “crisp”, si sûr de lui, si sûr de son contrôle sur lui-même, à l’ouverture de la porte-couvercle No. 5, tout d’un coup se tassa, cria, pleura, perda tout contrôle sur lui.

Honteux. Une honte de remplacement m’envahit. La torture, l’abaissement d’un homme par l’autre, est une fracture vitale, un fardeau éternellement présent, qui pèse sur trop d’Algériens et qui me pèse, par contumace, encore toujours. Car je me sens obligé de me définir un rôle dans tout cela. Je suis incapable de me définir comme spectateur non-engagé. Et mon rôle, en étant né du côté des tortionnaires, n’est pas joli. Je suis solidaire avec les victimes, bien sûr. Mais je suis aussi un survivant indemne. En vivant dans la sécurité relative de l’Europe occidentale, je profite des actes inhumaines des “miens”. Celles des militaires français appelés en Algérie comme Le Pen et comme Chirac.

Je ne peux pas ne pas souffrir avec les “pieds-noirs”, chassés de leur pays qui était très souvent aussi le pays de leurs parents. Eux aussi, ils sont victimes. Mais, pardonnez-moi, dans l’hiérarchie de la victimisation, les Algériens, nos voisins, viennent chez moi d’abord.

Une nouvelle génération (car il y a eu un tsunami de naissances dans l’Algérie libérée) a souffert les atrocités de la lutte entre les militaires et le GPRS. Tueries ténébreuses, probablement des deux côtés, ont terrorisés la campagne algérienne il y a dix ans. Violation des filles et des femmes était courante.

Il y a trop de gens chez nous qui rassurent leur conscience, en se disant que cela se passe loin de chez nous, chez les Arabes qui soi-disant souffrent du malheur d’une religion inadéquate. C’est faux, archi-faux! Ce qui se passe en Algérie, se passe chez nous, sur notre seuil. Le Nord de l’Afrique est notre miroir. Et le Maghreb nous regarde à son tour. En permanence. Depuis l’antiquité. L’al-qaedisation du GPRS n’est PAS la faute des Algériens! C’est la nôtre. Une faute par abandon, par lâcheté.

Il faudra mesurer la réaction européenne à l’aune de celle qui a suivi le 11/4 de Madrid. Est-ce qu’on va lancer une opération anti-terroriste comme l’on l’avait faite après Madrid? Est-ce qu’on va partager les informations ’sensibles’ des services secrets? Est-ce qu’on va considérer les Algériens comme les nôtres?

Questions. Questions à suivre.

(Cet article a été publié dans Toto Le Psycho, le 11 avril 2007. Il est repris ici à cause de ses éléments autobiographiques. Des versions moins personnelles se trouvent sur In Europa Zu Hause [DE] et sur At Home in Europe [EN].)