Beter een Vogelaar in het kabinet, dan tien in de lucht
De coup van de PvdA-top tegen Ella Vogelaar is meer dan geslaagd. De nieuwe minister Eberhard van der Laan, advocaat uit Amsterdam en ex-fractievoorzitter voor die partij in de gemeenteraad, zet al een volstrekt andere toon. Vogelaar meent, dat in plaats van te trachten om het eenzijdige "gedachtengoed" van Pim Fortuyn alsnog, na afloop van de versheidsdatum, uit te voeren, het beleid in evenwicht moet worden gebracht langs de lijnen van wat Obama in zijn nu al historische Philadelphia-rede, betoogde.
Hoe het komt, dat er in Nederland geen bereidheid is, om nieuwelingen in het team op te nemen
Een korte geschiedenis van het Nederlandse minderheden- of immigratie-beleid zou je aldus kunnen opschrijven:
- Eerst was er de "Lege Tolerantie"1). Dat betekent, dat, op zeventiende-eeuwse wijze, onder het mom van verdraagzaamheid, nieuwkomers, vreemdelingen, aan hun lot werden overgelaten, onder voorwaarde dat ze de gezeten burger niet hinderden. (Zo gingen de regenten bij voorbeeld met de Portugese Joden om).
- Vervolgens zag men, dat de twintigste-eeuwse immigranten zich niet snel genoeg tot "zuil", tot zelfbesturende gemeenschap, ontwikkelden. Daarom werd de Nederlands-Indische methode op hen losgelaten: kunstmatig werden "inspraak"-organen in het leven geroepen met overheids-gesubsidieerde "hoofden van Lebak"2) als "aanspreekpartners. Een horde van ex-priesters en andere werkzoekenden uit de zachte en idealistische sector, vond daarin zijn/haar brood gedurende een twintigtal jaren.
- Vanaf het midden van de negentiger jaren van de twintigste eeuw werd, eerst door VVD-leider Frits Bolkestein3), vervolgens door de toen nog sociaaldemocratische Pim Fortuyn4) en de heden nog steeds sociaaldemocratische Paul Scheffer5), de "tolerantie" omgedraaid: Eerst, tientallen jaren lang, was de immigranten op het hart gedrukt, dat ze vooral zichzelf moesten blijven en dat er voor hun geen plek was als "Nederlander", want de bestaande autoriteiten zouden wel met hun leiders onderhandelen over compromissen in het kader van soevereiniteit in eigen kring. Maar plotseling kregen de immigranten het verwijt, dat ze, zichzelf blijvend, niet "integreerbaar" zouden zijn, dat ze een aantasting vormden van de goede oude Nederlandse cultuur, dus dat ze zich nu maar eens snel moesten aanpassen.
Integreren moet van twee kanten komen
Oud-minister Vogelaar (zie post Nederlandse PvdA dumpt...) wijst er terecht op, dat deze laatste Umwertung aller Werten, hoe nodig ook, om de hypocriete Hollandse tolerantie aan de kaak te stellen, nu, meer dan tien jaar later, in evenwicht gebracht moet worden door nieuw beleid, dat integratie van bestaande inwoners en immigranten ziet als een tweezijdig proces.
Integreren doe je namelijk niet alleen. Er zijn er minstens twee voor nodig. Het is een wederkerig werkwoord: ZICH integreren. Als het betekent, dat de één zich aan de ander moet aanpassen, is het niet meer integreren, maar assimileren.
Dat proces vereist inspanningen en offers van twee kanten.
- Van de kant van de immigranten, aan wie de illusie moet worden ontnomen, dat het in Nederland mogelijk zou zijn om idealen, utopieën, die in het land van herkomst nooit gerealiseerd konden worden, hier te verwerkelijken.
- Maar ook van de kant van de niet-immigranten, die ertoe gedwongen zijn, om in hun buurt, op hun werk, de "cultuur-omslag" mee te maken, die de komst van vreemdelingen met zich meebrengt.
Beide, ik herhaal: BEIDE, groepen hebben recht op ondersteuning. Temeer, daar er geen POSITIEVE integratie-traditie bestaat in het land, anders dan in de VS, bij voorbeeld. De ondersteuning van de autochtonen, de opa's en oma's die in de oude stadswijk zijn achtergebleven, nadat hun volwassen kinderen naar Almere of Capelle aan den IJssel vertrokken zijn, en die de oude buurtwinkels niet meer terugvinden, die niet meer met de buurvrouw kunnen overleggen over het schoonhouden van het trappenhuis, van wie de cafés zijn vervangen door theehuizen, enfin, die mensen, zijn door mijn idealistische, tolerante, vrienden die fijn onder elkaar in de grachtengordels van Nederland zitten, indertijd in de steek gelaten. Daardoor kregen populistische demagogen van het type Fortuyn hun kans.
Vogelaar klaagt het buigen voor de populistische verleiding aan
Terecht zegt Vogelaar dus (vier dagen na haar gedwongen aftreden) in de NRC: PvdA blijft steken bij Fortuyn!
Ze eindigt haar opiniestuk als volgt:
Om te besluiten met:
Vorige week maandag sprak de PvdA-leider in Amsterdam-Slotervaart over integratie. Het was een tobberig verhaal. Hij verbaasde zich over de reactie van de Marokkaanse gemeenschap op de benoeming van Ahmed Aboutaleb tot burgemeester van Rotterdam. „In Amerika riep de zwarte bevolking na de overwinning van Obama: ‘I am proud to be American’. Veel Marokkanen zeiden na de benoeming van Aboutaleb trots te zijn op hun Marokkaanse achtergrond. Maar er was niemand die zei: Ik ben trots om Nederlander te zijn. Er is nog een grote kloof te overbruggen”, aldus Bos.
Hij begrijpt niet dat, zolang de elite blijft praten in termen van dé Marokkanen, dé Turken en dé Antillianen, migranten zich moeilijk kunnen identificeren met Nederland. Net als in Amerika, moet eerst de dubbele binding van nieuwkomers erkend worden door consequent te spreken van Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse Nederlanders.
Door, uit vrees ‘soft’ te zijn, geen oog te hebben voor de begrijpelijke woede van migranten over hun tweederangspositie, bemoeilijken politici identificatie met Nederland. En vooral: het snel groeiende aandeel van migranten in het bij elkaar houden van de samenleving vindt te weinig weerklank in de PvdA-muziek. [..]In zijn toespraak klaagde Bos dat Aboutalebs benoeming tot burgemeester van Rotterdam geen integratiefeest heeft opgeleverd omdat er hier en daar over twee paspoorten werd gezeurd. Hij zag niet dat die benoeming door vrijwel iedereen geaccepteerd werd, zelfs vaak toegejuicht. Dat was toch wel een feest? Zoals het een feest is om te zien dat voor een groeiend deel van de Nederlandse jeugd het integratiedebat helemaal niet bestaat: kijk naar het ongedwongen gedrag op straat en op veel scholen, kijk in de bus naar kwebbelende blondjes en hoofddoekjes. Steeds meer jongeren leven in die mix.
Zij zijn het Fortuyntijdperk voorbij. Politici die Obama’s vermogen missen om zulke veranderingen te zien, blijven in dat tijdperk hangen.
Reader Comments