In memoriam Jan Dirk Riethof (1917-2008), mijn vader 3.4.08 [NL]
02-04-2008
Huib in 2008, Netherlands, [NL], autobio

Een wintermiddag in Amsterdam. Laaghangende bewolking.

Vanuit de erker van onze huiskamer kon je de kruising van de Lanseloetstraat en de Mariken van Nimwegenstraat nog juist zien. Ik was bijna vier en ik zat in de vensterbank voor het raam.

Ik wachtte op het moment, dat het voorwiel van een fiets voorbij de winkel van de slager op de hoek van de straat tevoorschijn zou komen. Een fiets met een massieve band, met fietstassen voor en achter, voortgeduwd door mijn vader.

Het begon al te schemeren. Sperrzeit dreigde in te vallen.

Mijn moeder had gezegd: "Ga maar uitkijken naar papa. Die is eten gaan halen bij de boeren. Ik ben met kleine Rolf bezig en met het noodkacheltje. Straks komt hij met zijn fiets om de hoek. Roep maar, als je hem om de hoek ziet komen."

Het was in de winter van 1944/45. De spanning - "Zou hij het halen?", "Is hij niet ergens opgepakt?", was voelbaar, zelfs voor een driejarige.

Langzaam werd het donkerder.

Ik sloot m'n ogen even, want ik was bang, dat, als ik te fel en te veel zou kijken naar die hoek, dat het wiel dan niet zou verschijnen.

Ik wilde zo graag, dat m'n vader er weer zou zijn, in huis. Met of zonder aardappelen van de boeren.

Ik deed m'n ogen open, maar er kwam alleen een oude Oostenrijkse soldaat langs, op weg naar de kazerne in de school aan het andere einde van onze straat.

Achter mij, in de huiskamer, voelde ik hoe de spanning steeg.

Mijn vader had van hout een auto voor me gemaakt, voor mijn verjaardag. Als Jan, de stedebouwkundige, een maquette maakte, was de schaal altijd wat aan de grote kant. Alles zat erop en eraan: een stuur, deurtjes die open en dicht konden, àlles. Onlangs had hij zelfs, op schaal, een aanhangwagen met houtgasgenerator gemaakt, die je eraan vast kon haken.

Wat had ik een knappe vader. De knapste van de hele wereld. Ik wist zeker dat hij zou komen. Vaders die zulke mooie dingen voor hun zonen maken, die komen uiteindelijk steeds lachend om de hoek.

En toen, vlak voor donker, eindelijk de massieve voorband zichtbaar werd, en, tergend langzaam, ook de rest van de fiets en zijn voortduwer verschenen, drongen we alle drie voor het raam en zwaaiden met onze handen, tikten op het raam en haalden Jan in.

Er was geen elektriciteit, alleen vetpotjes. Maar in mijn herinnering is het, alsof ons huis plotseling feestelijk verlicht was en alsof we het niet meer koud hadden.

***
Jan zal nooit meer de hoek om komen.

Zijn laatste maquette, een kunstig nagemaakte oranje lampenkap, was precies op schaal. 100%.

En zo blijft mijn vader in onze herinnering: 100% integer, 100% eerlijk, 200% toegewijd aan zijn naasten.

En veel te bescheiden.

Jan, je bent met opgeheven hoofd je laatste hoek om gegaan.

Maar voor ons blijf je altijd aanwezig. Aan deze kant van de hoek.

Voor mij, als een mens, die licht bracht in de duisternis.

 

  HUIB, 3 april 2008

Update on 04-04-2008 by Registered CommenterHuib

Bovenstaande tekst sprak ik uit bij de crematieplechtigheid voor Jan D. Riethof op 3 april 2008, om 15:20 uur, in het crematorium Westgaarde, Amsterdam-Osdorp. Naast alle familieleden, waren daar ook in groten getale aanwezig: Vrienden van mijn ouders uit de voormaligen Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en ex-collegas van mijn vader die van 1939 tot 1980 werkte bij het onderdeel Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken van de Gemeente Amsterdam.

Article originally appeared on HUIBSLOG (http://huibslog.huibs.net/).
See website for complete article licensing information.